In memoriam

Pater Theo Borst scj.

Op 24 januari 1935 is Theo in Heiloo geboren. Uit een gezin van 10 kinderen waarvan er 4 op jonge leeftijd overleden zijn. Na de basisopleiding en het klein seminarie in Bergen op Zoom, ging Theo naar het noviciaat te Asten waar hij op 8 september 1954 zijn eerste professie deed bij de priesters van het H. Hart van Jezus. Hierna ging hij naar Liesbosch en Nijmegen om daar filosofie en theologie te gaan studeren en werd op 16 juli 1961 door Mgr. U. Lehman tot priester gewijd.

Graag had Theo naar Indonesië gegaan omdat zijn heer-oom pater Dirk Borst daar missionaris was. Maar dit kon niet omdat wij Nederlanders, Indonesië niet binnen konden. Daarom werd hij na zijn wijding voor Chili benoemd. En zo vertrok Theo in Oktober 1962 met een vrachtboot naar Chili samen met Kees Wijfjes. Tijdens deze reis met de boot gebeurde er vele dingen, zo heeft hij daar zijn eerste woordje Spaans geleerd, want bij het vertrek kende hij nog geen woord Spaans; Het woordje was dief, “Ladrón”. Want een dief had het horloge gestolen. Zelf schrijft hij hierover: “We wandelde aan de kant van de zee, terwijl Kees Wijfjes en pater Lambertus op afstand aan de andere kant van de weg liepen. Opeens schreeuwde hij luid en ik verstond dief en zag de overvaller wegrennen. Ik was jong en snel ter been, vloog hem achterna, Na ongeveer 500 meter trapte ik hem op zijn hielen en liet hij het horloge vallen. Ik raapte het op en bracht het terug naar Lambertus. Daarna betrapte de politie hem en wilde dat wij meegingen met de politie. Maar dat wilde wij niet want we konden de boot niet missen, Zo gingen we van haven naar haven, lossen en laden. Ook in Ecuador, in Peru en zo naar alle havens van noord naar zuid, totdat wij uiteindelijk in Valparaiso aankwamen en we ons doel bereikte na zes weken varen. In Peru bezochten we nog het kapelletje van Santa Rosa de Lima”.

Na een paar weken in San Bernardo te zijn geweest om te acclimatiseren, werd Theo benoemd voor Teno en daarna voor Chepica. Hier verplaatste hij zich met de motor en soms met het paard als de weg slecht of erg ver was. Het was een hele belevenis. In 1964 werd hij benoemd voor het H. Hart college in San Bernardo. Maar eerst ging hij 4 maanden een cursus volgen op de universiteit van Santiago, waarna hij catechese ging geven in het college. In de avonduren bezocht hij enkele buitenwijken van de stad. Hier is hij een coöperatie begonnen en in enkele jaren tijd werden er 54 kleine woningen gebouwd. Zo kregen de armen een stukje grond en een huisje. Ook werd er een kapel gebouwd met een paar grote zalen voor de bijeenkomsten. Het kreeg de naam: “Cooperativa Viviendas Teodoro”.

Toen in 1973 de staatsgreep uitbrak en Pinochet de macht in handen kreeg. Werd dat het einde van al de coöperaties. Bij de staatsgreep werden velen mensen gevangen genomen omdat allen die met de armen werkte beschouwd werden als communisten. Zelf schrijft Theo hierover: “Ik kon rustig mijn werk blijven doen in mijn coöperatie en andere wijken. Al was het soms wel moeilijk om voor de avondklok die om 23 uur inging terug op het college te zijn op mijn brom-fiets. Maar ik was niet bang voor de soldaten die mij onderweg tegenhielden, schold ze uit en reed dan meteen weer door. Zij wisten met wie ze te doen hadden. Zij kenden mij van het college. Al gauw kwamen ze met mij praten, want ik was econoom, ze vroegen om een inventaris-lijst. Ik zei nee, want dat was moeilijk omdat het college snel groeide. Op dat moment hadden we ± 2000 leerlingen. Zij wilden dat wel voor ons doen. Gedurende twee weken keken ze alles na en gaven mij toen 2 grote boeken met de inventarislijst. Het was een moeilijke tijd voor iedereen vooral voor hen die in de poblaties werkten. In de grote steden konden enkele door-werken behalve degenen die in Santiago werkten. Deze werden allemaal opgepakt en in het grote voetbalstadium opgesloten. Ook onze overste die toen Pater Kees Wijfjes was, omdat hij volgens de militairen de verantwoording had. De meesten werden daarna het land uitgezet”.

“Verschillenden medebroeders waren gevlucht naar de Nederlandse ambassade waar ze veilig waren. Vandaaruit werden ze dan op een of andere manier overgebracht naar Nederland. Er was een groepje van drie, die in een arme wijk van San Bernardo werkten en dus ook naar de ambassade waren gevlucht. Ik werd opgebeld door de Ambassade want die drie confraters hadden hun paspoorten in het huisje laten liggen. Ik wist waar dat was en ging eropaf. Precies op tijd want de militairen waren juist bezig op 50 meter afstand huisje voor huisje uit te kammen. Ik kon juist op tijd de paspoorten van de drie confraters vinden onder één van de bedden en naar de Nederlandse Ambassade brengen”.

In oktober 1980 werd Theo benoemd voor de parochie San Lorenzo de Cabildo, ongeveer 200 km naar het noorden. Pater Arthur Claessen was hier op dat moment pastoor. Hier kreeg hij de zorg over 10 kapellen van de uitgestrekte parochie. Later werden er door hem nog 4 bijgebouwd. En met behulp van het thuisfront zo schrijft hij: “heb ik er nog 3 klokkentorentjes bij kunnen bouwen”. Er was veel nood in Cabildo, maar God zei dank, kregen we veel hulp van vele gulle gevers en lukte het ons om hier een bejaardenhuis te bouwen voor 32 mensen. In 1987 werd Theo benoemd tot pastoor in de Santo Cura de Ars parochie in de hoofdstad Santiago. Een parochie van ± 80.000 zielen en met drie grote bij kapellen. Voor de ingang van de kerk stond een groot kruisbeeld war zwaar beschadigd was vanwege de verschillende aanslagen en vanwege de nattigheid kwam alles naar beneden. Dus maar een nieuw beeld wat beschermd werd tegen de regen. Na dit werk in Santo Cura de Ars, veranderde er veel voor hem.

In 1998 werd hij werd tot provinciaal overste gekozen van onze Chileense provincie en ging in het centrale huis wonen. Dit werk bracht met zich mee dat hij veel moest reizen en trekken maar hij deed het met plezier en veel toewijding. Toen in maart 2004 zijn taak als provinciaal overste erop zat ging hij naar de parochie van “Fatima” in Santiago. Na vier jaar werd hij overgeplaatst naar de parochie Santo Cura de Ars en werd econoom van de parochie en van het klooster. In september 2008 werd hij provinciaal-econoom. Het ging niet goed met de financiën en moesten er vele zaken geregeld worden en de communiteit verhuisde naar een kleiner huis. Maar Theo bleef zich inzetten voor de bejaarden in San Bernardo waar hij om de 2 weken ging hij voor ging in de Eucharistieviering en soms op assistentie ging in een van onze huizen of elders.

Vanwege gezondheidsproblemen keerde Theo in juni 2016 terug naar Nederland en ging wonen in het St. Jozefklooster waar hij met veel toewijding de zorg kreeg die hij verdiende. De laatste jaren ging zijn toestand achteruit en verhuisde hij in juni 2018 naar de verpleegafdeling in de Honinghoeve. Te Nijmegen. Getroffen door het coronavirus is hij in Joachim en Anna op 4 juni 2020 overleden. Door de strenge maatregelen van het Lock-down konden we geen af-scheid van hem nemen. Wij betreuren dat zeer en zullen daarom voor Theo een herdenkings-dienst houden wanneer de crises voorbij is.

Theo wij zullen je meedragen in onze herinneringen en in ons hart. Bedankt voor je grote inzet, bedankt voor alles wat je deed voor jouw mensen in Chili. Bedankt voor je broederlijke liefde en vriendschap, bedankt ook voor de wijze waarop jij jouw leven samen met je familie en zovele anderen hebt gedeeld. Moge de goede Vader je nu troostend in zijn armen nemen, dat Hij je nu voorgoed de diepste geborgenheid schenkt. Rust nu maar in Gods eeuwige vreugde, hij zal zeker met je zijn, want je bent echt welkom bij Hem.

 

Namens de communiteit van het St. Jozefklooster, Nijmegen
Wim Halters