In memoriam

Pater Ben Verbruggen scj

Ben werd op 5 februari 1926 geboren te Delft als 1ste zoon in het gezin en vernoemd naar zijn Opa. Op zijn 11de/12de jaar was hij na het zien van een film over de missie, tot het besluit gekomen dat hij missionaris wilde worden. Daarom ging hij na de basisschool naar het klein-seminarie om zijn doel te verwezenlijken. Want hij wilde priester worden en naar de missie in Afrika gaan! Door zijn ouders werd hij ingeschreven in het kleinseminarie “Hageveld” van het bisdom Haarlem. Daar heeft hij het toelatingsexamen gedaan en was een van de besten. Maar de bisschop van Haarlem vertelde hem dat hij niet was toegelaten, omdat hij nog te jong was. De onderwijzer van de basisschool raden hem toen aan om contact op te nemen met de priesters van het H. Hart van Jezus te Bergen op Zoom. Daar was hij van harte welkom. Later zegt hij zelf: “Ik was dankbaar dat het zo gelopen is”.

Jammer dat de oorlog roet in het eten gooide, want tijdens de Duitse bezetting in 1942 moest men verhuizen van het Juvenaat van Bergen op Zoom naar Nijnsel. Toen in 1944 de Zuidelijke Nederlanden bevrijd waren was hij bij zijn ouders in Delft en kon niet meer terug. Dus moest hij thuisblijven. Toen in het najaar er een grote razzia in Delft was zat Ben verstopt tussen het plafond. Terwijl zijn kleine broertje in de kamer rustig in de wieg lag te slapen. De Duitsers belde aan en kwamen binnen om te kijken of er jonge mannen in huis waren, terwijl Ben met een kloppend hart verstopt zat. Maar door de herrie, die de Duitse soldaten maakte werd zijn broertje wakker en begon hard te huilen. Een oudere Duitse officier die de razzia leidde keek in de wieg en zei, mannen kom maar mee er is niets van onze gading in dit huis.

Dit alles was de oorzaak dat hij het eindexamen in het Juvenaat misliep. Toen de oorlog in 1945 voorbij was ging hij naar het noviciaat te Asten, waar hij na een jaar zijn eerste geloften deed. Na een jaar filosofie te Liesbosch ging hij terug naar Bergen op Zoom om daar alsnog staats-examen te doen. Hierna ging hij weer terug naar Liesbosch voor de verdere studie filosofie, en ging vervolgens naar Nijmegen voor de theologie studie. Op 20 juli 1952 werd hij hier tot priester gewijd.

Zijn wens om na de priesterwijding naar de missie te gaan ging niet door. Hij werd benoemd om frans te gaan studeren aan de universiteit van Nijmegen. Want men had een leraar frans nodig voor het Nicolaaslyceum te Amsterdam. In mei 1961 slaagde hij “cum laude” voor zijn doctoraal-examen en op advies van zijn hoogleraar ging hij na zijn propedeuse een jaar naar Parijs om zijn doctoraalscriptie te schrijven. Eenmaal weer terug in Nederland ging hij naar het St. Nicolaas-lyceum, waar hij na drie jaar al conrector werd en zich vooral bezighield met personeelszaken en roosters maken voor de school. Vooral het maken van het rooster voor het nieuwe school-jaar koste hem aan het begin van de vakantie twee tot drie weken. Als hij hiermee klaar was ging hij op vakantie meestal naar Frankrijk, maar ook een keer naar Canada en Israël.

Na ruim 25 jaar in het onderwijs gewerkt te hebben in het St. Nicolaaslyceum nam hij op 14 februari 1987 afscheid en ging met de VUT. Door alle jaren heen wist hij een goede verstandhouding met alle geledingen te bewerkstelligen en te bewaren. Aan hem was het te danken dat de lesroosters van docenten en leerlingen zo verantwoord mogelijk waren. Zijn werkwijze was snel, accuraat en gedegen. Met vele leerlingen en ouders had hij contact en zij ervaarde dat hij naast het onderwijs ook op ander gebied bereid was zich in te zetten. Zeer velen heeft hij thuis bezocht en waar het mogelijk was geholpen in goede en kwade dagen. Hij was priesterleraar en juist door dit priester zijn heeft hij velen tot zegen en steun mogen zijn.

Het is zoals iemand schrijft in een condoleance: “Pater Ben Verbruggen was een blijde en bewonderenswaardige man. De altijd ijverige en drukke roostermaker, de leraar en sectieleider Frans, de vriendelijke en belangstellende pater die ’s morgens al vroeg achter zijn bureau bezig was met de mutaties van de dag en die zo nodig dan ook onze eventuele vrije uurtjes al had ingevuld met een extra surveillance of een inval les. Voor ons altijd goed gehumeurd en op de hoogte van persoonlijke kwesties. Ook trof hij maatregelen dat ik ergens in de week de eucharistieviering kon bijwonen”.

“Als hij zondagsmiddags wel eens naar Delft ging en ik zelf enige tijd niet kon rijden, gaf hij mij als vanzelfsprekend een lift naar mijn ouders in Den Haag, hetgeen zij zeer waardeerden. Ik vond het altijd wel eng bij hem in de auto, want hij paste zich niet aan het verkeer aan, maar hij dwong het verkeer zich naar hem te voegen, zo leek het. Toch ging het altijd goed. Hij had een engeltje op zijn schouder”.

Na zijn pensionering werd hij op 1 april 1987 door het bisdom Haarlem benoemd tot pastoor voor de parochie HH. Petrus en Paulus te Amsterdam, beter bekend als “De Papagaai”. De benoeming was oorspronkelijk voor 4 jaar maar het werden er 19. Onder hem kregen alle beelden en wandschilderingen in de kerk een conserverende bewerking en vonden waar nodig restauraties plaats. Ook het orgel werd gerestaureerd en er kwam een betere vloerverwarming die zorgde voor een betere circulatie van de warme lucht. Ben voelde zich hier op zijn plaats en heeft van veel mensen hulp gekregen, vooral van het “Rafael Ensemble”. Verder was hij ook landelijk voorzitter van de “Geestelijke Bedevaart naar Lourdes”. Een broederschap die haar zetel had in “De Papagaai”. En aan aidspatiënten en invaliden de mogelijkheid gaf om gratis naar Lourdes te gaan. Zo vertelde hij mij eens dat de moeilijkste viering die hij in zijn leven gedaan had, de uitvaart van zijn moeder is geweest. Maar gelukkig dat er een medebroeder bereid was om in te vallen als het niet zou lukken. Gelukkig was dit niet nodig. Sinds Ben pastoor was van de Papegaai kon hij regelmatig zijn familie bezoeken. Verder liet hij zich heerlijk verwennen door zijn Volendamse huishoudsters met verse vis uit Volendam die zij meebrachten. Het leven als pastoor was nog niet zo slecht zo vertelde hij.

Na 45 jaar Amsterdam, waarvan 25 jaar als leraar Frans in het St. Nicolaaslyceum en 19 jaar in “De Papegaai”, besloot Ben nu echt met pensioen te gaan. Hij was toen 80 jaar. Op 31 mei 2006 nam hij zijn intrek in het St. Jozefklooster te Nijmegen. Maar bleef verbonden met zijn vrienden, oud-collega’s, oud-leerlingen en het “Rafael Ensemble” en zo nodig was hij bereid als priester hen geestelijk bij te staan. In alle rust en vrede, omringt door enkele medebroeders en de zorg is Ben in de namiddag van 17 juli 2020 ingeslapen

Ben, wij zullen je meedragen in onze herinneringen en in ons hart. Bedankt voor je broederlijke liefde, je lach en vriendschap. Bedankt ook voor de wijze waarop jij jouw leven samen met je familie en zovele anderen hebt gedeeld. Moge de goede Vader je nu troostend in zijn armen nemen dat Hij je nu voorgoed de diepste geborgenheid schenkt. Rust nu maar in Gods eeuwige vreugde, hij zal zeker met je zijn, want je bent echt welkom bij Hem.

Namens de Communiteit van het St. Jozefklooster.
Pater Wim Halters.