“

 Pater Nol van Dongen  

In dankbare herinnering aan
Pater Arnoldus Gerardus van Dongen.

Nol werd geboren op 2 Augustus 1928 in het dorpje Zeeland. Hij was de op een na jongste zoon uit een gezin van acht kinderen, waarvan de oudste als priester-student in 1939 in het Juvenaat te Bergen op Zoom is overleden. Na het klein Seminarie te Helmond, – Nijnsel onder de oorlog, – en Bergen op Zoom ging hij in 1948 naar het noviciaat te Asten waar hij op 8 september 1949 zijn eerste Professie deed in de Congregatie van de Priesters van het H. Hart. Hierna ging hij filosofie studeren in Liesbosch. Na een onderbreking van twee jaar in Christus Koning te Helmond voor allerlei werk-zaamheden ging hij theologie studeren in het St. Jozefklooster te Nijmegen. Waar hij op 15 Juli 1956 tot priester werd gewijd door Mgr. W. Mutsaerts.

Op 2 juli 1957, de dag dat hij zijn jurisdictie examen deed, werd hij opgebeld door de provinciaal die hem vroeg of hij zich beschikbaar wilde stellen als missionaris voor Belgisch-Kongo. Dit kwam voor hem als een volkomen verrassing. Hij wist dat hem eens een missiepost zou worden toebedeeld en wilde graag naar Zuid-Amerika. Hij was zelfs al bezig met een cursus Spaans! Kongo interesseerde hem niet zo veel, hij wist dat er in dat land in de toekomst wellicht heel vervelende dingen konden gebeuren. Op korte termijn moest hij beslissen en opgevoed met de gedachte dat moest wórden gehoorzaamd, accepteerde hij met tegenzin de missie in Belgisch-Kongo. Samen met pater Simon Ligthart ging hij zich voorbereiden op het vertrek naar Belgisch-Kongo.

Zo vertrokken zij samen na een jaar van voorbereiding op 8 September 1958 via Rome naar Belgisch-Kongo. Bij aankomst te Kisangani werd hij voor Banalia benoemd en kreeg hierbij als opdracht een kerkje te bouwen in Kolé. Daarvoor kreeg hij de hulp van de Duitse broeder Jozef, maar père Rafael zoals hij genoemd werd, werkte hard en met liefde maar na een jaar bleek dat de jonge onervaren priester, het buitengewone zware werk te veel werd. Gebrek aan ervaring, angst, alleen zijn, ondermijnde zijn gezondheid. Daarom ging hij een tijdje naar Noord-Kivu om daar weer tot rust te komen. Eenmaal weer terug in Kisangani werd hij benoemd in de parochie van de H. Jozef en kreeg als opdracht voor de scholen te zorgen. In 1960 werd hem gevraagd door de bisschop van Kisangani Mgr. Kinsch om aalmoezenier te worden van de ziekenhuizen in de stad. Juist op het moment dat de strijd om de onafhankelijkheid begon.

Toen op 30 juni 1960 Congo onafhankelijk van België werd, brak er een moeilijke en zware tijd aan. Toen enkele jaren later de opstand van de Simba-rebellen uitbrak, werd Nol samen met de Belgische en Nederlandse confraters drie maanden gegijzeld. Gelukkig werden zij in november 1964 door de Belgische para’s bevrijd. Ondertussen had hij een longziekte opgelopen waarvoor hij in 1965 geopereerd is in de Klokkenberg. Tijdens het revalidatieproces was hij een jaar kapelaan te Liessel. Toch bleef de missie trekken en in 1966 besloot hij om terug te keren. Zijn bejaarde vader was niet blij met dit besluit en hij liet zijn zoon beloven dat deze onmiddellijk naar Nederland zou terugkeren als de toestand in Kongo opnieuw onveilig werd.

Nog geen jaar later nam de onrust in Congo opnieuw toe. Nu waren het de blanke huurlingen, die gesteund werden door de verdreven rebellen. Binnen enkele uren het veroverden zij het hoofdkwartier van het Congolese leger en het vliegveld van Kisangani. Omdat de huurlingen nagenoeg allen blank waren, keerde de antipathie tegen wat blank was terug. De mensen begrepen niet dat het optreden van blanken niet altijd door de andere blanken werd goed-gekeurd, ook niet door de blanke missionarissen. Het zich langzaam herstelde vertrouwen ebde meteen weer weg. Nol besloot om de belofte aan zijn vader gestand te doen en terug te keren naar Nederland. Maar Congo bleef roepen en hij ging, ondanks de bange protesten van zijn vader, hij weer terug. En zo begon hij in het ontredderde land aan de mooiste periode van zijn missieleven. Hij werd pastoor van de Jozefparochie in Kisangani. Acht jaar lang heeft Nol er met veel plezier gewerkt en stond hij dicht bij zijn mensen. Hierna werd hij benoemd voor de St. Marthaparochie aan de linkeroever van Kisangani. Daar, waar in 1964 vele Neder-landse paters en zusters waren omgebracht. In 1985 werd hij benoemd tot geestelijk leidsman en professor in het Klein Seminarie.

Een ernstige oogziekte heeft hem doen terug keren naar Nederland. Zo gauw het weer mogelijk was ging hij vol goede moed terug naar Congo. Maar zijn gezichtsvermogen liet hem steeds meer in de steek, daarom keerde hij op 24 juni 2001 voorgoed terug naar Nederland. Het viel hem zwaar Congo te moeten verlaten. Hijzelf zegt: “Drie dingen in mijn leven zijn mij erg lief. Dat is Afrika, de familie van Dongen en de congregatie van het H. Hart. Geen van drieën kan ik ze missen maar ik besef dat er eens een keuze gemaakt zal moeten worden”. Maar, toch wilde hij nog graag een keertje terug naar Kisangani voor de viering van het 100-jarig bestaan van de St. Marthaparochie en om voorgoed afscheid te nemen van zijn dierbare Congo.

Hierna heeft hij zijn intrek genomen in het St. Jozefklooster te Nijmegen. Dichtbij zijn familie die veel voor hem betekende. Jarenlang ging hij regelmatig met de bus naar Zeeland om zijn familie te bezoeken. Toen het wat moeilijker werd voor hem, ging hij om de veertiendagen naar Zeeland. Hij kende alle namen van de neven en nichten en van hun kinderen. Ja, zelfs alle verjaardagen kende hij en belde iedereen op om hen te feliciteren. Hij was voor hen hun heeroom. Zijn dagelijkse gang naar het grotje in de tuin om daar een kaarsje aan te steken bij Maria en even te bidden was voor hem erg belangrijk. Daarom viel het hem zo zwaar dat het kerkhof geruimd werd en dat hij moest verhuizen naar Huize Rosa. Het oude vertrouwde klooster viel weg. Zo is hij begin maart verhuisd naar Huize Rosa het was moeilijk voor hem. Maar hij accepteerde het. Gelukkig begon hij zich in Huize Rosa thuis te voelen en ook hier was hij erg belangstellend wie iedereen was en waar hij of zij vandaan kwamen. Hij wist het allemaal. Steeds bleef hij genieten hij van de regelmatige bezoekjes van zijn medebroeders, neven en nichten. Langzaamaan ging zijn gezondheid achteruit, nog gesterkt door het sacrament van de zieken is hij op 1 juni 2021 rustig en vredig ingeslapen.

Nol wij zullen je meedragen in onze herinneringen en in ons hart. Je was een waardevolle, belangstellende, dankbare en geliefde medebroeder. Bedankt voor je grote inzet, voor je broederlijke liefde, je dienstbaarheid en vriendschap. Bedankt ook voor de wijze waarop jij jouw leven samen met je familie en zovele mensen in Congo en hier hebt gedeeld. Moge de goede Vader je nu troostend in zijn armen nemen, dat Hij je nu voorgoed de diepste geborgenheid schenkt. Rust nu maar in Gods eeuwige vreugde, hij zal zeker met je zijn, want je bent echt welkom bij Hem.

Namens de Communiteit. Pater W. Halters.