In dankbaarheid gedenken wij

Pater Gerardus Wilhelmus Pieterse SCJ

Op 30 juni 1936 werd Gé geboren te Zoeterwoude als derde kind in een liefdevol gezin van 8 kinderen. Op jonge leeftijd leefde bij hem het verlangen om priester te kunnen worden. Daarom ging hij na de lagere school naar het klein seminarie van de priesters van het H. Hart in Bergen op Zoom. Na het behalen van het eindexamen ging Gé naar het noviciaat in Asten. Waar hij op 8 september 1957 zijn eerste Geloften deed. Hierna ging hij filosofie studeren in Liesbosch. Na zijn stage in Helmond begon hij op 9 september 1961 zijn theologiestudie in Nijmegen. Waar hij op 7 maart 1964 tot priester werd gewijd door Mgr. W. Bekkers. Na zijn priesterwijding volgde hij nog een pastoraal jaar te Amsterdam.

Na zijn wijding kreeg Gé de opdracht om frans te gaan studeren, maar dat lag hem niet. Wel heeft hij zijn hele leven gestudeerd en veel gelezen. Laatst vertelde hij: ‘dat hij nog zoveel boeken moest lezen, dat hij geen tijd had om dood te gaan’. Gé had een brede belangstelling voor heel wat onderwerpen. Zo heeft hij in 1971 het diploma MO Pedagogiek A gehaald. Maar dit was nog niet het einde er volgde nog verschillende cursussen; zoals catechese, filosofie en theologie.

Gé heeft altijd in en rond Nijmegen gewoond, onder andere in het klooster aan de weg door Jonkerbos en een woning aan de Rentmeesterhof. Vele jaren heeft hij catechese les gegeven aan een ITO-school (individueel technisch onderwijs) en aan een basisschool voor gehandicapte kinderen in Boxmeer. Gé is vele jaren, van 1972 -1988, als docent catechese verbonden geweest aan het Elzendaalcollege in Boxmeer. Gé was actief in een periode waarin de secularisatie in Nederland zijn weerslag had in het onderwijs. Daardoor werd zijn vak, aanvankelijk ‘godsdienst’, later ‘catechese’ en uiteindelijk ‘levensbeschouwing’ door leer-lingen meer en meer als een ‘bijvak’ beschouwd. Ook het feit dat het cijfer nauwelijks een rol speelde bij de bevordering (het was een van de zogenoemde ‘vakken achter de streep’) werkte in de ogen van de leerlingen niet statusverhogend. In die jaren bereikte de demo-cratiseringsgolf de klaslokalen, waardoor bij leerlingen respect en gezag voor docenten niet meer vanzelfsprekend was. Het was iets, wat je moest verwerven. Dat alles, gecombineerd met het feit dat een klaslokaal voor Gé nu niet bepaald zijn natuurlijke biotoop was, maakte dat het lesgeven hem niet altijd soepeltjes afging. Maar, ook al maakten de leerlingen het hem soms niet gemakkelijk in de les, tijdens rapportvergaderingen bleef hij altijd het positieve in de leerlingen benoemen.

Gé was een zachtaardige, bescheiden, bijna verlegen collega. In de onderlinge contacten keek hij eerst de kat uit de boom. Maar als hij wist wat voor vlees hij in de kuip had, kon je ook een goed gesprek met hem voeren, over tal van onderwerpen. Hij was heel collegiaal en prettig in de omgang met alle medewerkers. Met zijn vertrek van het Elzendaalcollege verdween ook de laatste geestelijke uit het docentencorps. Bij zijn afscheid werd hij lid van onze Vereniging. De laatste jaren had hij nog incidenteel contact met enkele oud-collega’s, bijvoorbeeld om samen te musiceren. Bij ontvangsten op school, bij het Café Chantant en bij andere bijeenkomsten liet hij zich regelmatig zien.

Zijn hele leven is hij een zoeker geweest, maar wel steeds verbonden met onze congregatie. Hij had een hart voor veel mensen en wilde goed voor hen zijn. Hij verzorgde ook vaak de Eucharistie bij zusters. Toen zijn huisgenote ziek werd verzorgde hij haar en deed heel veel voor haar. Het viel hem zwaar toen hij het niet meer kon en moest zijn huisgenote naar een verzorgingshuis. Weg uit haar vertrouwde omgeving. Nadat Gé wat gezondheidsproblemen begon te krijgen wist hij zich te omringen door wat mensen die hem hielpen met een aantal dagelijkse zaken. Hij was trots dat hij mantelzorger was voor een zuster, voor wie hij veel heeft kunnen betekenen.

Tot het einde toe hield hij de touwtjes in handen en wilde graag in zijn huis aan de Rent-meesterhof blijven wonen, de voor hem zo vertrouwde omgeving. Na een val in zijn huis werd hij opgenomen in het ziekenhuis. Samen met hem werd toen besloten dat hij tijdelijk in het Catharinahof kwam wonen in afwachting van een plaats in Huize Rosa. Een aantal maanden later kon hij daar zijn intrek nemen. Het was zwaar voor hem, en vond het moeilijk om zijn vertrouwde omgeving en al zijn boeken te moeten verlaten. Maar door toedoen van onze mantelzorgster die zijn vertrouwen wist te winnen lukte het. Menig maal wilde hij terug naar zijn woning. Waar al zijn boeken en spullen nog stonden. Een aantal keren is hij daar nog geweest. Maar langzaamaan begon Gé te wennen en voelde zich meer en meer op zijn gemak. Dagelijks kwam hij nog naar het Catharinahof gelopen en genoot van een praatje met de bewoners van het Catharinahof. Maar zijn gezondheid ging langzaam achteruit, nog gesterkt door het sacrament van de zieken is hij in de vroege zaterdagochtend van 7 december 2024 rustig en vredig ingeslapen.

Gé wij zullen je meedragen in onze herinneringen en in ons hart. Je was een waardevolle, dankbare geliefde medebroeder die nooit klaagde. Bedankt voor je grote inzet, voor je broederlijke liefde, je dienstbaarheid en vriendschap. Bedankt ook voor de wijze waarop jij, jouw leven samen met je familie en met vele anderen hebt gedeeld. Moge de goede Vader je nu troostend in zijn armen nemen, dat Hij je nu voorgoed de diepste geborgenheid schenkt. Rust nu maar in Gods eeuwige vreugde, hij zal zeker met je zijn, want je bent echt welkom bij Hem.

Namens de communiteit.
Pater Wim Halters scj

 

 

Terug naar vorige pagina