In dankbaarheid gedenken wij
Broeder Antonius Franciscus Gerardus Maria Touw S.C.J.
Toon werd op 7 juli 1937 geboren in Steenbergen, als 9de in de rang van 12 kinderen samen met zijn tweelingzus Toos. Na de lagere school wilde Toon naar het Juvenaat in Bergen op Zoom zijn broer Jan achterna die priester wilde worden. Deze keuze werd hem van dichtbij aangereikt door pater R. Lamers die familie was. ‘Naar het klein seminarie en voor nog zo’n student was er eigenlijk geen geld!’ Maar Toon ging in 1951 toch naar het Juvenaat in Bergen op Zoom en werd postulant. Hij maakte hier kennis met het leven en werken van de priesters van het H. Hart van Jezus.
In 1954 ging Toon naar het noviciaat in Helmond waar hij op 19 maart 1956 zijn eerste professie deed. Zijn eerste benoeming was voor Bergen op Zoom, waar hij samen met andere broeders het huis onderhield en verschillende andere karweitjes deed. Tijdens een bezoek van de Generale Overste, pater Lellig, aan het Juvenaat in Bergen op Zoom werd Toon gevraagd om naar Rome te komen om daar met twee andere Nederlandse broeders het Generalaat te onderhouden en waar hij zich 14 jaar heeft in gezet met veel plezier.
Maar al eerder had Toon aangegeven dat hij graag naar Congo wilde als missionaris. Tijdens een ontmoeting met de Provinciaal Overste van Congo vertelde hij hem dat hij graag naar Congo wilde. En deze had hier wel oren naar en gaf hem te kennen: “in Rome, redden ze zich wel, kom naar Congo, je bent van harte welkom”. Maar de Algemeen Missiesecretaris Pater Ruttens zei hem: dat is goed, maar in Congo zijn al genoeg missionarissen, ga naar Kameroen daar kunnen ze je hulp goed gebruiken. Zo kreeg Toon in 1972 zijn benoeming voor de missie van Kameroen. Zelf zegt hij hierover: “Ik ben wel geen technicus, maar in Rome heb ik veel geleerd en ’s middags als het gewone werk gedaan was, ging ik allerhande technische klusjes doen in huis en heb daarvoor ook nog via Nederland schriftelijke cursussen gevolgd”.
Voor zijn vertrek ging hij nog enkele maanden naar Amiens om zich daar voor te bereiden, waarna hij naar Kameroen vertrok. Bij zijn aankomst, woonde hij enkele maanden in het religieuze huis te Nkongsamba, waar hij kennis maakte met het leven en werken. Hierna vertrok Toon naar Bangang waar hij pater Kees van de Berg ging helpen om de kerk af te bouwen. Daarna heeft hij op vele plaatsen prachtige bouwwerken gerealiseerd, zoals een huishoudschool, verschillende kapellen en kerken, een huis voor de zusters, een pastorie en nog vele andere dingen. Dit alles zowel in Batcham, Bafoussam, Ngoya en in Nkongsamba. Hoe moeilijk het soms ook voor hem was, hij kreeg het altijd klaar. Altijd was hij vol goede moed en opgewekt. Eenmaal weer terug in Nkongsamba ging hij genieten van zijn oude dag, maar was er toch nog altijd bezig. Terugkijkend op zijn leven en werk zegt hij: “ik ben blij en trots dat ik dit allemaal heb mogen doen en kunnen realiseren.”
Enkele jaren geleden raakte Toon en ik met elkaar in gesprek: hij al trekkend aan zijn pijp, – deze ging altijd met hem mee – en onder het genot van een klein glaasje. Vertelde hij waarom hij missionaris was geworden. “Christus boeit mij en heeft me altijd bezig gehouden. Hij wijst mij de weg en heeft zich gegeven, in liefde vanuit het hart. Lid zijn van zo’n groep, van deze SCJ-gemeenschap, dat is mijn drijfveer. Daar wil ik onderdeel van zijn en mij voor inzetten. Dat heb ik mijn leven lang gedaan. Het leven en werken voor en met de mensen daar waar ik ben dat is “mijn” leven. Ik heb een “rijk” leven gehad. Je wordt rijk van de Afrikanen. Ze zijn blij en opgewekt. Ook na moeilijkheden pakken ze de draad weer snel op onder de vlag van “we moeten verder”.
Toon was een blijmoedig en hartelijke man, die veel van zijn familie en vrienden hield. Als hij op vakantie was bezocht hij ze vaak. Hij kon ook wel eens moeilijk doen vooral als hij zijn zin niet kreeg of het niet goed ging. De laatste jaren was hij ‘de man’ in de communiteit van Nkongsamba, het provincialaat. Zijn medebroeders bewonderden in hem de gave van zijn persoon aan de Heer en aan de Kerk, zijn grote eenvoud van leven, de trouw aan zijn inzet in de verschillende missies, zijn geworteldheid in het Woord van God. Tijdens de communiteitsbijeenkomsten waardeerde zijn medebroeders de ernst van zijn reflectie, zijn vrijheid van meningsuiting en zijn loyaliteit aan zijn superieuren en zijn aandacht voor de mensen, in het bijzonder voor de bezoekers. Zijn voortdurende zorg voor de missie, zijn wonderbaarlijke investering in de dienst van het godgewijde leven, waarvoor hij grote achting toonde en zijn bescheidenheid en discretie. Dit kan worden begrepen door de vele diensten die hij in de communiteit verleende: verantwoordelijk voor het sluiten van de deuren, in de vroege ochtend voor iedereen koffie zetten, de keuken organiseren, de winkel bevoorraden, de verzorging van de honden, etc. De heilige mis, het gebed en de aanbiddingstijden waren zijn sluitstenen. Kortom Toon was er altijd, blij en opgewekt, maar hij hield alles in de gaten en iedereen kon bij hem terecht voor een praatje of een vraagje. Het overlijden van zijn medebroeder pater Alphons Huisken heeft hem erg geraakt. Hij heeft hem tijdens zijn ziekte vaak bezocht en gesteund.
De laatste jaren ging zijn gezondheid achteruit en kwam hij ieder jaar naar Nederland om alles weer te laten nakijken. Als alles dan weer goed was ging hij weer gepakt en gezakt terug naar zijn geliefde Kameroen, met voldoende medicijnen en de nodige materialen die daar niet te verkrijgen of erg duur zijn mee te nemen voor het komende jaar. Wat ons opviel is dat hij altijd weer zo vlug mogelijk terug wilde, want daar was zijn thuis. Was het vanwege de kou of voelde hij hier zich niet meer thuis? Als we hem dat vroegen dan was zijn antwoordt: “Wat moet ik hier blijven doen en het is vaak koud?” Met Joke (onze mantelzorgster) had hij een goede band, belde haar regelmatig, vertelde haar hoe het met hem ging. Zij zorgde er altijd voor dat al zijn af-spraken gemaakt waren voordat hij in Nederland aankwam. Deze keer had hij zelfs zijn terugreis al geboekt voor 10 augustus. Het is niet meer nodig hij heeft nu een andere reis voor de boeg.
Begin juni, enkele dagen voor zijn vertrek naar Nederland, kreeg Toon een malaria aanval en na behandeling daar, wilde hij zo snel mogelijk naar Nederland, voelde zich niet goed en zwak. Een week later net voor zijn vertrek uit Kameroen heeft hij Joke en mij nog gebeld maar zijn stem klonk erg zwak. Ik wenste hem nog goede reis en behouden komst. Maar op de terugreis naar Nederland is hij in het vliegtuig onwel geworden en bij aankomst met spoed opgenomen in het St. Lukasziekenhuis in Brussel. Daar heeft hij nog enkele dagen gelegen, en heeft op donderdag-middag het sacrament van de zieken ontvangen uit de handen van Philbert een Kameroense medebroeder. Op vrijdag 14 juni is hij in het bijzijn van zijn zus en zwager en enkele mede-broeders rustig en vredig ingeslapen.
Toon wij zullen je meedragen in onze herinneringen en in ons hart. Je was een waardevolle, dankbare geliefde medebroeder. Bedankt voor je grote inzet, voor je broederlijke liefde, je dienstbaarheid en vriendschap. Bedankt ook voor de wijze waarop jij jouw leven samen met je familie en zovele anderen hier en in Kameroen hebt gedeeld. Moge de goede Vader je nu troostend in zijn armen nemen, dat Hij je nu voorgoed de diepste geborgenheid schenkt. Rust nu maar in Gods eeuwige vreugde Hij zal zeker met je zijn, want je bent echt welkom bij Hem.
Pater Wim Halters scj.