In Memoriam van Broeder Jacobus Herman Logtens scj
Herman werd geboren op 9 mei 1939 in De Rips uit een zeer katholieke familie, als jongste van een gezin van zes kinderen. Zijn vader had een boerderij en daar kon hij naderhand heel smakelijk over vertellen. Na de lagere school wilde hij broeder worden en daarom ging hij naar het broederjuvenaat van de Priesters van het Heilig Hart in Heer. Hij koos op de ambachtsschool voor de richting van machine bankwerker, omdat hij interesse had voor techniek. Aan zijn verblijf in Heer had hij goede herinnering over gehouden. Nadat hij met goede cijfers geslaagd was ging hij naar Helmond, om daar zijn postulaat en noviciaat te maken. Op 8 september 1962 deed hij zijn eerste professie. Zijn eerste benoeming was voor het kleinseminarie Christus Koning in Helmond . Daar werd hij klusjesman: hij repareerde alles wat gemaakt moest worden. Maar zijn ambities gingen verder. Hij had het geluk een modern denkende rector te hebben in de persoon van pater Huub Hanssen en hij kreeg de gelegenheid verder te studeren in de techniek. Dat bracht met zich mee dat hij vaak buitenshuis moest gaan werken om ervaring op te doen. Hij heeft er zeven jaar over mogen doen. Maar op het eind van deze Hbo-opleiding had hij zijn diploma en zou een eigen bedrijf kunnen oprichten als expert in water en gas. Maar hij wilde meer. Vanuit Indonesië kwam het verzoek een broeder te sturen die thuis was in de techniek en Jacob is daar direct op ingesprongen. In 1967 is hij naar Palembang gegaan en in het begin was zijn werk voor een deel hetzelfde als wat hij in Helmond had gedaan: klusjes opknappen. Maar samen met de technische man die daar al was, Pak Rudo, trok hij heel Zuid-Sumatra en Lampong rond om o.a. elektrische leidingen aan te leggen, aggregaten te plaatsen voor kerk en pastorie of auto’s of motoren weer aan de praat te krijgen. Tijdens zijn werk ontmoette hij vaak jongens die nieuwsgierig stonden te kijken, omdat ze ook interesse hadden in techniek, maar van wie de ouders niet in staat waren om hen te laten studeren. Dat bracht hem op het idee om zelf een Middelbare Technische School (MTS) te openen. Want er waren wel MTS-sen in Palembang, maar die gaven allen maar theorie. Jacob stapte naar alle officiële personen van het ministerie van onderwijs en kreeg verlof te beginnen. In het bedrijfsleven hadden ze niets aan de jongens van zo’n regerings-MTS. Daarom is Jacob direct begonnen hun praktijk bij te brengen. Hij had een oude auto en motor op de kop weten te tikken, en die werd ‘s middags uit elkaar en in elkaar gezet, vanuit de theorie die ze ’s morgens gehad hadden. De school werd een groot succes. Alle geslaagde leerlingen kregen direct een goede baan. De bedrijven vroeger hem regelmatig nieuwe krachten, zodat de derdeklassers al van tevoren van een baan verzekerd waren, nog voor ze geslaagd waren. Maar zijn succes werd meteen de ondergang van de school. Die had hij opgericht voor arme jongens, maar nu kwamen er veel jongens van rijke ouders die niet gemotiveerd waren, maar die hij toch moest aannemen omdat hij die rijke mensen nodig had. Dus heeft Jacob na zes jaar de school weer gesloten.
Toen zusters in Belitang, met hun ziekenhuis en meisjesinternaat water tekort hadden, heeft hij daar een waterput geboord van een honderd meter diep, die in een paar uur tijd vier kuub zuiver water omhoog haalde. Om dit water op te slaan heeft hij een watertoren gebouwd die aan een middeleeuws kasteel doet denken. Toen zijn bouwcapaciteiten meer bekend werden, kreeg hij verscheidene andere bouwopdrachten. Eerst heeft hij een vleugel aan het grootseminarie in Yogyakarta gebouwd. Daarvoor moest hij hier enkele maanden blijven, waar pater Sudarso, de latere aartsbisschop, toen rector was. Het werd een soort vriendschap met veel wederzijdse waardering. Vandaar dat Mgr. Sudarso is voorgegaan in zijn begrafenisplechtigheid. Ons noviciaat in Gisting had een nieuwe kapel nodig en daarvoor werd Jacob gevraagd. Jacob maakte dan eerst en eigen ontwerp, ging naar een bevriende Chinese architect en samen kwamen ze met een heel mooie kapel als resultaat. In Yogyakarta hebben ze twee grootseminaries gebouwd. Eén voor de jongere fraters, in Ngabean, en één in Papringan, voor degenen die hun pastoraal praktijkjaar achter de rug hadden. Dit tweede grootseminarie was helemaal kaduuk. Herman brak het af en ontwierp een nieuw gebouw, dat aan alle eisen voldeed, ook weer in samenwerking met jonge architecten. Maar zijn grootste klus bestond in het bouwen van een tehuis voor oudere Indonesische confraters, in Gisting, met een aangenaam klimaat. Hij bouwde 21 units, ieder met eigen natte hoek (wat in die tijd nog een luxe was), plus kapel en gezamenlijke ruimte. Omdat er daar nog al eens aardschokken voorkomen, heeft hij deze gebouwen aardbevingsbestendig gemaakt. Dit gebouw heeft hij, min of meer tegen de wil van Mgr. Henri, “Rumah Gembala Baik” genoemd, huis van de goede herder. Die naam wordt nog steeds gebruikt en afgekort tot RGB. Hij had goede contacten met leveranties en heeft veel gratis gekregen, o.a. 21 nieuwe TV-s. “Ja broeder, we weten dat u niet komt om geld te verdienen maar om mensen te helpen”. Hij kon altijd zeer goed met zijn personeel overweg en hielp mee als het nodig was. Ze vertrouwden hem helemaal en deelden hun persoonlijke problemen met hem. Hij is altijd een gewone jongen gebleven, zonder kapsones. Zijn kloosternaam Jacobus, is niet die van Jacobus de meerdere maar die ander, Jacobus minor. Dat heeft hij me meerdere keren verteld.
Toen dit huis klaar was, is hij naar Nederland gegaan. Heeft eerst twee dagen geslapen in het huis van zijn zus, van wie hij nog geen jaar in leeftijd verschilde, en die zijn vaste adres was tijdens zijn vakanties. Hij nam toen zijn intrek in ons huis in Asten. Maar hij voelde zich daar niet thuis. Hij was nog tamelijk vitaal en had niets te doen. Hij heeft toen besloten weer naar Indonesië terug te gaan en daar zijn oude dag door te brengen. Hij heeft daar enkele voor hem heel gelukkige jaren kunnen doorbrengen. Een gloriedag voor hem was dat hij alsnog de enige Nederlander bij het eeuwfeest van ons verblijf in Indonesië op een ereplaats de Nederlandse provincie mocht vertegenwoordigen.
De laatste tijd maakte hij het niet goed vanwege steeds toenemende kanker. Hij is op 27 september 2025 in Palembang vol overgave in alle rust overleden. Bij zijn begrafenis was er een overweldigende belangstelling van confraters, zusters en de vele vrienden die hij gemaakt had in zijn leven.
Zoals gezegd kwam hij uit een zeer religieuze familie. Hij zou nooit de gebeden overslaan die van hem als religieus verwacht werden. Hoewel hij in zijn denken en opvattingen helemaal niet ouderwets was, was zijn vroomheid voor het grootste deel nog die uit de voorbije tijd. Op het einde van zijn leven heeft hij nog gevraagd om een nog bruikbare “thesaurus”, omdat de zijne al helemaal stuk gebeden was.
Op zaterdagavond 4 oktober 2025 is in De Rips een herdenkingsdienst gehouden voor broeder Jacobus. Moge broeder Jacobus Herman Logtens rusten in vrede.
Oktober 2025.
Pater Adriaan Bontje scj.


