In dankbaarheid gedenken wij
Broeder (Gervasius) Josephus Gerardus Braks s.c.j.
Broeder Gervasius, onder ons Gerrit genoemd, werd op het feest van St. Jozef 19 maart 1939 geboren in De Rips. Omdat hij zich geroepen voelde tot het kloosterleven ging hij na de lagere school naar Huize St. Gerlach, het broederjuvenaat in Heer. Hierna ging hij naar het noviciaat in Helmond waar hij op 19 maart 1957 zijn eerste professie deed. Daarna heeft hij 10 jaren lang gewerkt in huis en tuin van onze opleidings-huizen. Eerst in Bergen op Zoom, later in Helmond.
Zijn grootste wens ging in 1967 in vervulling toen hij naar Indonesië kon. Eenmaal daar aangekomen leerde hij eerst de taal, die niet zo gemakkelijk was voor hem. Na 4 maanden intense taalstudie werd hij benoemd voor Baturaja, werkte er in de tuin en leerde tegelijkertijd de mensen kennen en hun gewoontes. Dat ging hem vrij goed af, alles groeide en bloeide. Alleen jammer dat het stuk grond te dicht bij de rivier lag, want na hevige regenbuien overstroomde het land regelmatig, zodat na enkele dagen alles wat hij had geplant of gezaaid verrot of weggespoeld was.
Anderhalf jaar later kreeg hij een benoeming voor Tanjung Sakti bij pater Jan van Kampen, een bergstreek met zeer vruchtbare grond. Hier had Gerrit het naar zijn zin, jammer dat ’s nachts vaak alles uit zijn tuin gestolen werd, en als hij teveel teelde kon hij het niet kwijt. Ik weet niet hoe hij zich toen gevoeld heeft want bijna alles wat hij deed mislukte. Maar hij bleef vol goede moed en dienstbaar. Toch bleef hij en wat later kreeg hij een benoeming voor Sukakaria. Een dorp waar oud-strijders en veteranen woonde. Die als dank een stuk grond van de regering kregen, om daar hun toekomstige bestaan op te bouwen. Maar het waren geen boeren in hart en nieren en bovendien kregen ze altijd nog een klein pensioentje, te veel om dood te gaan, maar te weinig om van te leven
Sukakaria lag zo’n veertig km van Lubuk Linggau, een provinciestad, waar de missie al lang een parochie had. De Amerikaanse confraters die vroeger in Lubuk Linggau zaten, hadden daar een kerkje gebouwd in Sukakaria, plus een kleine pastorie. Gerrit ging daar wonen, samen met een oude Indonesische broeder Petrus. Hij hield zich vooral bezig met de jongens en meisjes, die niets om handen hadden. Zij waren blij dat zij aandacht van hem kregen. Hij gaf hen bijbel- en godsdienstles. Samen met hen heeft hij een hectare land bewerkt en hen het a.b.c. van het grond bewerken bijgebracht. Met geld van de Nederlandse scj-provincie kon hij een kleine tractor kopen, zodat hij niet hoefde te spitten. Hij kon uitstekend met die jongelui omgaan, geholpen door het feit dat hij ook enorm geestig uit de hoek kon komen en ploegde het land voor de veteranen met zijn tractor, maar na de oogst moesten ze hem daarvoor betalen en daar waren ze slecht in. Gerrit, als echte Nederlander, vond dat ze moesten betalen. Dus trok hij rond om geld op te halen, waardoor hij de naam kreeg van centenjager te zijn.
Na een verblijf van negen jaren in Sukakaria kreeg hij een benoeming voor Propan, vlak bij Kotabumi, de hoofdstad van een van de drie provincies die de Lampong rijk is. Propan is een afkorting van ‘Project Pantjasila’ . Pantja betekent “vijf” en Sila betekent “zuil”. Een verwijzing naar de vijf zuilen van het Indonesische staatsbestel. De sociale dienst van het bisdom Tanjung Karang had hier 40 hectare gekocht om daar de mensen die op zoek waren naar landbouwgrond te huisvesten. De bewoners waren voor het merendeel kinderen van boeren uit de omgeving. Het project breidde zich steeds verder uit, tot het ten slotte zo’n 320 hectare besloeg. In Kotabumi was op dat moment Dirk Borst pastoor, die hem aanraadde om zijn aandacht meer te richten op de catechese en godsdienstles aan kinderen en volwassenen. Er was daar namelijk een schooltje met 136 kinderen en met slechts 4 leerkrachten. De parochie was onderverdeeld in kringen en iedere middag bezocht Gerrit een kring, waar de mensen samen kwamen en lazen uit het evangelie, terwijl hij uitleg gaf. Verder verzorgde hij er woord- en communievieringen, knapte met een paar timmerlieden het kerkje op en hing de klok die was geschonken door het Juvenaat te Bergen op Zoom in de klokkentoren op. Voor zichzelf had Gerrit weinig nodig, leefde zeer primitief in een klein kamertje dat bedoeld was als bij-sacristie van het kerkje. Zijn eten en drinken werd verzorgd door de verschillende families. Dat hij een man van gebed was vind je terug bij al zijn bezoekjes aan de mensen in de verschillende dorpjes, want er werd altijd tijd gemaakt voor gebed. Dat gaf hem kracht en steun in zijn leven en werk.
Vaak verplaatste hij zich per motor en kon zo de 15 kringen (dorpjes) regelmatig bezoeken. En met behulp van zeer veel vrijgevige mensen heeft hij hier vele kapelletjes kunnen opknappen. Al ondervond hij daarbij wel eens tegenstand van islamitische voorgangers en notabelen. Hoe hij steeds aan geld kwam is en blijft een raadsel. Ik weet alleen dat hij bij zijn terugkeer ’s avonds van een van de kringen. Terwijl hij benzine stond te tanken, ineens verrast werd door een slordig uitziende Chinees in een ouwe jeep. Die hem vroeg waar hij vandaan kwam, wat hij deed, en wat zijn taak was. Gerrit vertelde hem onder anderen dat hij een kerk aan het bouwen was, maar nog zo’n zeventig miljoen roepia tekortkwam. De Chinees zei niets ging verder met zijn jeep naar Palembang. Enkele dagen later kwam hij terug en bracht zeventig miljoen roepia mee. Achteraf bleek hij katholiek te zijn en veel vrachtwagens bezat die vanuit Java naar Sumatra reden. Van al dat geld heeft Gerrit de kerk af kunnen maken. Het waren zijn mooiste jaren waar hij volop van genoten heeft. In feite vervulde hij hier een volledig taak als pastoor. Een van de redenen was dat Mgr. Henrisusanto veel van hem hield en hem heel hoog had zitten.
Het viel Gerrit dan ook zwaar toen hij in 2014 om gezondheidsredenen terug naar Nederland moest keren. Hij ging in Asten wonen want dat was dichtbij zijn familie in De Rips, want hij hield erg veel van hen. Na een ziekenhuisopname verhuisde hij in 2019 naar het St. Jozefklooster in Nijmegen, waar meerdere jaargenoten van hem woonden en meer zorg aanwezig was. Ook hier wist hij zich weer snel aan te passen. Het gebed was voor Gerrit erg belangrijk, want hij bracht vele uren door in gebed. Als je hem kwijt was vond je hem meestal wel in de kapel of buiten. Want hij was ook een buitenmens en vond het heerlijk om in de tuin rond te wandelen en de natuur te bewonderen. De laatste jaren woonde hij in Huize Rosa waar hij de zorg kreeg die hij nodig had. Op 8 december 2023 op het feest van de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd Maria is hij rustig en vredig ingeslapen.
Gerrit wij zullen je meedragen in onze herinneringen en in ons hart. Je was een waardevolle, dankbare geliefde medebroeder die nooit klaagde. Bedankt voor je grote inzet, voor je broederlijke liefde, je dienstbaarheid en vriendschap. Bedankt ook voor de wijze waarop jij, jouw leven samen met je familie, met zoveel mensen in Indonesië en vele anderen hebt gedeeld. Moge de goede Vader je nu troostend in zijn armen nemen, dat Hij je nu voorgoed de diepste geborgenheid schenkt. Rust nu maar in Gods eeuwige vreugde, hij zal zeker met je zijn, want je bent echt welkom bij Hem.
Namens de communiteit Sint Jozefklooster,
Pater Wim Halters