TER HERINNERING AAN

PATER JAN VAN RAAIJ SCJ

1930-2015

Jan werd op 18 april 1930 geboren in Oosterhout, in een harmonieus gezin, met uiteindelijk vier zussen. Uit zijn jeugdactiviteiten vermeldde hij later “voetballen met vriendjes” en vooral zingen op het jongenskoor van broeder Pius, waar zijn liefde voor muziek is ontstaan. Hij werd misdienaar bij de zusters Norbertinessen van Catharinadal, met wie hij een levenslange band heeft gehouden. Bij hen leerde hij de waarde van de liturgie kennen.

Tijdens de oorlog werd dit harmonieuze leven ingrijpend verstoord: zijn vader werd gevangen genomen vanwege verzetsactiviteiten. Hij belandde in een concentratiekamp en werd ter dood veroordeeld. Hij heeft de oorlog overleefd, maar werd in feite niet meer de oude door wat hij had doorstaan. Voor Jan bracht dit onder andere de vraag mee of hij wel zijn opleiding bij onze congregatie mocht voortzetten. Vader is overleden op Nieuwjaarsdag van 1954, toen Jan in het noviciaat zat, gedurende de Dertigdaagse Retraite: wat voor hem betekende dat hij dit verlies in stilte en eenzaam moest verwerken. Op 8 september van dat jaar werd hij door zijn eerste professie opgenomen in de congregatie van de Priesters van het Heilig Hart.

De studie was voor hem vaak zwaar, maar Jan was een doorzetter. Uiteindelijk was zijn doel bereikt: na de priesterwijding in 1959 kon hij aan zijn pastoraal werk beginnen. Meteen al tijdens het voorbereidende jaar in Amsterdam waar hij begeleid werd door een pastoor van het “moderne pastoraat”, bijbels georiënteerd, aan wie Jan veel te danken heeft gehad.

Jan kreeg in 1961 als eerste benoeming: gaan naar het nog vrij jonge werkterrein van onze congregatie in Chili. Hij was enthousiast (zijn moeder minder: “Je kunt nog niet eens een ei bakken”). “Chili” was voor onze jonge medebroeders een aantrekkelijk gebied, een min of meer katholiek land, met grote sociale problemen waar linkse Salvador Allende de regering in handen had gekregen. Een proeftuin voor vernieuwing in sociaal en kerkelijk opzicht. Jan werd parochiepastor,. Hij voelde zich er thuis: met de Chilenen kon hij heel goed overweg, “een vriendelijk volk”. Maar het verblijf en werk daar werd overschaduwd door de staatsgreep van Pinochet en zijn militairen. Ook Jan werd aanvankelijk opgepakt, zoals meerdere van onze medebroeders. Hij kon weer terug naar zijn parochie, maar het land was
verscheurd en dat had zijn gevolgen ook binnen de SCJ-gemeenschap. Jan werd in zijn werk gewaardeerd, was zelfs als buitenlanders gedurende negen jaar deken. Met enige medebroeders was er verschil van mening over de keuzes voor werkterreinen. Uiteindelijk besloot Jan in 1982 terug te keren naar Nederland.

Hier verdiepte hij zich in de veranderende situatie van de Kerk en het pastoraat in ons land. In het bisdom van Breda werd hij pastor in Made, waar medebroeders al langer werkzaam waren. Hij werd hij heel geliefd als toegewijde zielzorger met veel aandacht voor zijn mensen. Hij betrok parochianen bij het leven van de geloofsgemeenschap. Hij kreeg een onderscheiding voor zijn inzet voor de gemeenschapsvorming in de gemeente. Tot aan zijn dood bleef hij contact houden met velen uit die tijd.

Toen hij 65 jaar was trok hij zich terug uit de parochie. Door de provinciaal werd hij uitgenodigd om in Breda in ons provincialaat te komen
wonen om bezoekers van dat centrale huis gastvrijheid te bieden. Hij werd daar een onmisbare huisgenoot. Zijn zussen en andere familieleden konden nu ook meer aandacht krijgen: oom Jan was gezien in hun midden.

Jan richtte zich nu ook op de begeleiding van religieuzen. De Zusters van Liefde in Tilburg, de Broeders van Dongen en andere religieuzen. Voor veel zusters en broeders werd hij waardevolle steun, wat ook bleek uit de vele telefoontjes en brieven die hij
ontving, ook toen hij officieel zijn werk had beëindigd. De innigste band was die met de Zusters Norbertinessen, waar hij liturgisch voor bleef gaan tot het eigenlijk niet meer kon.

De ouderdom ging uiteindelijk zijn tol eisen. Maar Jan wilde daar eigenlijk niet van weten: hij wilde door blijven gaan. Tot het niet meer kon. Een hele zware beproeving om te moeten inleveren, maar gelukkig leed zijn goede humeur hier nauwelijks onder.

Het lag al in de bedoeling dat wij als communiteit het huis in Breda zouden verlaten, maar voor Jan werd dit verhaast toen hij ernstig ziek bleek te zijn. In oktober 2015 is hij verhuisd naar ons klooster in Asten, waar hij de noodzakelijk geworden zorg gekregen heeft. Op 18 december is hij daar overleden.

Op 23 december hebben wij hem na een Eucharistieviering in de kapel van het H. Hartklooster in Asten begraven op onze kloosterbegraafplaats aldaar.

Velen hebben afscheid genomen van Jan, een vriend, goede pastor, hartelijk familielid, toegewijde medebroeder. Wij zullen hem in ons midden in ere houden

Paul de Vries scj