Jan van Meer
In memoriam
pater Johannes Petrus van Meer scj
Pater Jan van Meer werd geboren op 19 februari 1937 te Liesbosch, vlak bij ons seminarie. Zijn kindertijd bracht hij door tijdens de oorlog en hij had regelmatig als misdienaar contact met de paters, onder wie de paters Veringmeier en Raaijmakers, die hij later in Rome weer zou ontmoeten Niet vreemd dat Jan ook pater wilde worden. Zo ging hij op elfjarige leeftijd naar het Juvenaat in Bergen op Zoom. Daarna volgde het noviciaat in Asten, waar hij op 8 september 1965 zijn professie deed. Toen kwam Jan twee jaar weer dichtbij zijn familie om filosofie te studeren in Liesbosch. Omdat hij goed kon leren, mocht hij voor zijn theologiestudie naar Rome tot 1965. In Rome is hij priester gewijd op 23 december 1961. Zijn theologiestudie was precies tijdens de jaren van het Vaticaans Concilie en zo volgde Jan daar de vernieuwingen in de kerk en maakte zich deze eigen.
Na zijn Romeinse periode heeft hij korte tijd gedoceerd in ons studiehuis in Nijmegen. Hij verving pater Rohof, die deelnam aan ons vernieuwingskapittel. Jan gaf les uit het conciliedocument over de kerk. Na die periode in Nijmegen kreeg Jan een benoeming voor ons seminarie te Malpas in Engeland. Hier probeerde Jan een nieuwe onderwijsstijl in te voeren: de fraters mochten hem bij zijn voornaam noemen. Zo is Jan in ons Engelse provincie bekend als “father-Call-me-John”. Zijn verblijf te Malpas duurde niet lang. Jan kwam naar Tilburg om docent te worden aan de nieuw opgerichte theologische opleiding, het GIT. Jan nam deel aan een experimenteel onderwijsproject. Het was in de roerige zestiger jaren. Die nieuw opleiding was niet zo’n succes. Met de andere betrokkenen moest Jan naar een andere baan uitkijken. Met ingang van 1 oktober 1970 werd hij districtscatecheet in de regio Dongemond en hij verleende priesterlijke assistentie te Made. Jan begeleidde de leerkrachten van de scholen voor de catechese. Geen gemakkelijke opgave. Door zijn studie in Rome en aan het Hoger Katechetisch Instituut in Nijmegen is Jan een man geworden die volop in deze tijd stond. Tegelijk was Jan een man van de kerk, trouw aan de leer en de regels, maar hij wist van beide optimaal de ruimte te benutten die een eigentijdse uitleg van de leer en een gezonde en soepele toepassing van de regels mogelijk maakten. Met ingang van 1 december 1979 werd hij benoemd als waarnemend pastoor in de parochie H. Maria Hemelvaart te Prinsenbeek. Daar heeft Jan zijn band gekregen met de Lourdesbedevaarten van de VNB en de VGZ. Hij heeft jaren lang bedevaarten begeleid. Zijn laatste in 2010 was hij geen begeleider , maar een van de ‘gewone’ pelgrims. Hij kreeg toen de benoeming als erekapelaan van Lourdes. Een onderscheiding waar hij trots op was
Vanaf 21 maart 1989 was hij hoofd Pastorale Dienst in het voormalige St. Ignatiusziekenhuis te Breda. Op 1 juli 1994 werd Jan benoemd tot deken van het dekenaat Breda. Vanaf 1 augustus van dat jaar werd hij tevens benoemd als rector van de zusters Franciscanessen van de H. Elisabeth te Breda. De benoeming als deken van het dekenaat Breda is per 1 september 1999 na de herinrichting van de dekenaten overgegaan naar het dekenaat Baronie. De functies van deken en rector heeft hij meermaals gecombineerd met tijdelijke benoemingen als waarnemend pastoor in verschillende parochies in het bisdom. In deze functies heeft Jan kunnen meedenken over het bisdombeleid en hij kon er tevens vorm aan geven. Jan beschreef zijn leiderschap meer als begeleiden van zijn medepriester en kerkbesturen .Jan wist het vertrouwen van zijn mensen te behouden en had daarbij bijzondere aandacht voor de pastorale werksters en –werkers. Per 1 september 2001 werd hem eervol ontslag verleend als deken . Per gelijke datum stopten in verband daarmee zijn taken in de Bisdomraad, het Kapittel en de Priesterraad. Hij bleef evenwel voor het bisdom beschikbaar als waarnemend pastoor naar de continuering van zijn functie als rector. Daar kon hij nu veel aandacht aan besteden. Jan heeft veel mogen betekenen voor de zusters. Hij zorgde voor een verzorgde liturgie. Als adviseur van het bestuur heeft Jan zich in gezet rond de verhuizingen van de Meerten Verhofstraat via Alles voor Allen naar Valkenhove, waar de zuster nu wonen.
Van de andere kant hebben de zusters ook veel voor Jan betekend, op velerlei manieren, bijvoorbeeld door te zorgen voor een prima onderkomen. Jan zei een keer: ik ben geen volgeling van Franciscus en Clara. Iedereen wist wat hij bedoelde: Jan kon echt genieten van het volle leven. Bij zijn gouden priesterfeest beschreef men hem als een Bourgondiër. Hij genoot van zijn vrije tijd, van zijn vakanties (onder meer zijn reizen naar Indonesië voor de zusters). Hij hield van paardrijden, fitness en af en toe lekker eten. Het was hem van harte gegund.
De laatste jaren ging zijn gezondheid achteruit en hij leed veel pijn, die maar niet echt te verhelpen was. Toch bleef hij zoveel mogelijk actief, ook voor onze SCJ-provincie. Hij onderhield de band met de congregatie trouw, eerst als lid van de regionale communiteit West Brabant en later als adscriptus van de Duivelsbruglaan. Hij was jaren een gewaardeerd lid van onze financiële commissie.
Bij meerderen kwam de laatste tijd de vraag op hoe lang Jan nog zelfstandig kon blijven wonen. Ook de zusters maakten zich daar zorgen over, als ze Jan vaak moeizaam de straat zagen oversteken om van zijn flat naar Valkenhove te komen. Misschien mogen we zeggen dat zijn plotselinge dood een zegen voor hem was. Want zijn dierbare flat heeft hij zo niet hoeven te verlaten. Zijn geheel onverwachte dood op 23 januari 2018 was een hele schok voor ieder die hem kende, voor zijn familie, voor de zusters en voor de medebroeders.
Op maandag 29 januari hebben we afscheid genomen van Jan tijdens een Plechtige Eucharistieviering in de Michaelkerk te Breda. Daarna legden we hem te ruste op het kloosterkerkhof in Asten.
Breda, 19 februari 2018
Koos de Rooij scj