2011
die tijd was hij ziekenhuispastor in diverse zieken-
en verpleeghuizen.
Hij had een bijzondere gave om naar zieken te
luisteren, met hen mee te voelen en hen te be-
moedigen. Ze hielden van hem. Ook hier werkte hij
voor zijn ontspanning in de tuin. Daar is ook zijn
liefhebberij ontstaan om lange fietstochten te ma-
ken.
Wim was een gewaardeerde huisgenoot. Hij was,
zoals zijn broer dat uitdrukte: ‘buitengewoon ge-
woon”, eenvoudig, nuchter, verstandig, niet snel
uit zijn evenwicht te brengen.
Men wist wat men aan hem had, kon echt op hem
op aan en hij gaf iedereen het volste vertrouwen.
Hij kon heel goed relativeren.
Van dat laatste is in onze kring een opmerking heel
bekend: Toen pater Witjes in Asten, zelf gespan-
nen vanwege komend hoog bezoek, vroeg: “En
frater van den Berg is alles goed opgeruimd?” ant-
woordde Wim heel spontaan: ” Ach, pater magis-
ter, als het rauwste maar weg is”. Een lachsalvo
van zijn jaargenoten volgde en Pater Witjes kon
niets anders dan ook lachen.