2009
In een paar jaar zet Koos het wat verlopen club-
huis weer op de rails. Zijn mensenkennis komt
hem daarbij goed van pas. Hij weet de goede me-
dewerkers aan te trekken en de minder goede op
een verstandige manier te laten vertrekken. Hij
heeft nauwelijks gelegenheid om van zijn weer
goed lopend SFL –centrum te genieten, want hij
krijgt in 1966 een benoeming voor het zeemans-
werk, eveneens in Amsterdam.
Als havenaalmoezenier van Stella Maris heeft hij
zijn mooiste tijd. Hij blijft er tot 2000. Hij heeft
contact met veel mensen uit verschillende cultu-
ren. Door bezoeken op de schepen en door zijn
aanwezigheid in het zeemanshuis bij het Centraal
Station kan hij veel zeelieden, die soms maanden
van huis waren, helpen. Mede dankzij vele mede-
werkenden zorgt hij voor een hartelijk welkom en
biedt de mogelijkheid feesten, zoals Kerstmis, sa-
men met anderen te vieren. Later weet hij mooie
verhalen over zijn werk onder de zeevarenden te
vertellen.
Op 1 mei 2000 neemt Koos afscheid van het zee-
manswerk, maar hij is er de man niet naar om stil