2006
drie jaar kwam hij op vakantie en werd dan door
de hele familie afgehaald van het station Roosen-
daal; de gevel van de boerderij werd versierd, de
fanfare bracht een serenade en de burgemeester
heette hem welkom. Iedereen wilde weten dat Ja-
nus weer voor enkele maanden op de Zandkuil
was. Maar Janus wist zich ook al als kind geroepen
om religieus en priester missionaris te worden. Dus
ging hij na de lagere school naar het open semina-
rie in Uden. De keuze voor de priesters van het H.
Hart maakte hij pas nadat het kleinseminarie met
succes was doorlopen.
Na zijn priesterwijding in 1941 was het vanwege
de oorlog niet mogelijk om meteen naar de missie
te vertrekken. In die moeilijke oorlogsjaren was hij
assistent van de econoom op het grootseminarie.
De ervaring, daar opgedaan, om met weinig geld
veel tot stand te brengen is hem later in de missie
uitstekend van pas gekomen.
In 1946 kon hij eindelijk naar de missie van Kame-
roen, samen met vier andere jonge Nederlandse
medebroeders om de Franse confraters te helpen
bij de opbouw van de kerk in het Bamileke gebied.
